1970 Europees Jaar voor Natuurbescherming
De Raad van Europa roept 1970 uit tot Europees jaar voor Natuurbescherming. In Brussel opent de Gentse bioloog Jan Hublé het campagnejaar met een speech over “De ecologische crisis.” 1970 zette niet alleen natuurbescherming maar de brede milieuproblematiek in België uitdrukkelijk en definitief op de publieke, politieke en wetenschappelijke agenda.
“De ecologische crisis”
De bekommernis van Jan Hublé (1923-2009) voor natuurbehoud is wetenschappelijk geïnspireerd. Hij is sinds 1965 directeur-diensthoofd van het Laboratorium voor Oecologie, Biogeografie en Algemene Biologie. Uit het onderzoek naar vogels en hun biotoop leidde het besef van het belang van natuurbehoud en het toegepast onderzoek daarvoor. In 1968 organiseerde hij als eerste het vak Natuurbehoud voor studenten van de faculteit Wetenschappen en Landbouwwetenschappen.
In zijn speech op de openingsceremonie van het Europees Jaar voor Natuurbescherming op 14 januari komt hij op voor natuurbehoud en voor de bescherming van het leefmilieu in haar totaliteit. Lang voor duurzaamheid een modewoord is, bepleit hij het levensnoodzakelijke belang dat de internationale gemeenschap heeft bij duurzame ontwikkelingen om het voortbestaan van de natuurlijke hulpbronnen te beschermen. De verbetering van het leefmilieu moet volgens hem gebeuren via ten eerste “technologische maatregelen” die de industriële afvalstromen en uitstoot aan banden leggen. Ten tweede zijn er “ecologische’ maatregelen” zoals het bewaren en beheren van natuur maar vooral het intomen van de explosieve bevolkingstoename.
Club van Rome
Hublé’s bedenkingen liggen helemaal in de lijn van het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome dat in 1972 zal worden gepubliceerd. Het select groepje wetenschappers komt sinds 1968 in Rome bijeen en brengt inzichten over bevolkingsgroei, industrialisatie, voedselproductie, grondstoffenverbruik en vervuiling met elkaar in verband. Het eindrapport drukt de mensheid met de neus op de feiten: de draagkracht van de aarde kent grenzen en tenzij er collectieve, internationale actie komt zijn de gevolgen desastreus voor het voortbestaan van de mens. In zoverre het jaar voor Natuurbescherming dat nog niet zou gedaan hebben, mobiliseert het rapport van de Club van Rome wereldwijd en definitief burgers, politici en wetenschappers voor de milieuproblematiek.
Multidisciplinair milieuonderzoek
Ook aan de Gentse universiteit krijgt (de financiering voor) het wetenschappelijk onderzoek naar milieuproblematiek een boost in het Jaar van de Natuurbescherming. In het proefbos Aelmoeseneie in Melle dat de universiteit in 1969 verwierf, bestudeert landbouwkundig ingenieur Marcel Van Miegroet (1922-2011) natuurgerichte bosbeheer en de impact van luchtverontreiniging op bosecosystemen. Aan het Instituut voor Nucleaire Wetenschappen in de Proeftuinstraat van Julien Hoste (1921-2012) analyseren Richard Dams en Ronald Heindryckx in de periode 1971-1974 de aanwezigheid van fijn stof in de Gentse kanaalzone met behulp van de nieuwe onderzoeksreactor Thetis. Hun onderzoek vindt gevolg in een algemeen onderzoek naar de luchtverontreiniging in België. De sociaal geneesheer Karel Vuylsteek (1922-2014) onderzoekt in zijn Dienst voor Gezondheidsleer en Sociale Geneeskunde de impact van industrie en vervuiling op de bevolking, onder andere op de luchtwegen. Bodemkundige Marcel De Boodt (1926-2012) richt in 1970 het Laboratorium voor Bodemfysica op aan de faculteit Landbouwwetenschappen. Hij en zijn team zoeken er, onder de indruk van de extreme droogte en schrijnende honger in de Sahel, naar remedies tegen watererosie en verwoestijning. Aan dezelfde faculteit onderzoekt Guido Persoone (1938), een voormalig medewerker van Jan Hublé, aan zijn Laboratorium voor Biologisch Onderzoek van Waterverontreiniging (1972) de vervuiling en sanering van waterlopen en grondwater. Guido Persoone is tevens de drijvende kracht achter het Interfacultair Centrum voor Milieusanering dat in 1971 wordt opgericht en dat al deze academici-generatiegenoten inschakelt voor de nieuwe interdisciplinaire opleiding in de milieusanering.
Publieke bewustmaking
1970 vormt ook een doorbraak in het publieke bewustzijn voor de natuur- en milieuproblematiek. De BRT speelde een pioniersrol en wat aan het begin van de jaren 1960 begon met natuurprogramma’s zoals Vedetten uit de Dierenwereld, waar opnieuw Jan Hublé aan meewerkte (1958-1961), evolueerde naar programma’s over natuur- en milieuproblematiek zoals S.O.S. Leefmilieu, Boomalarm, Toekomst van ons Verleden. Samen met Marcel Van Miegroet grijpt de BRT het Jaar voor Natuurbescherming aan voor de Plant-een-Boom-actie. Nonkel Bob schrijft de gelijknamige oorworm voor wat zal uitgroeien tot een hele reeks aan Boomplantdagen. Op lokaal niveau zien allerlei milieu-actiegroepen het levenslicht. Jan Hublé is zelf initiatiefnemer voor het actiecomité dat streeft naar de bescherming in de vorm van een natuurreservaat van de Gents Bourgoyen. De lokale comités ontstaan dikwijls vanuit een lokale vervuilingsproblematiek en kunnen rekenen op expertise en steun vanuit de wetenschappelijke wereld. En vice verca: de monsteropname nodig voor het onderzoek naar fijn stof in de Gentse haven gebeurt met de medewerking van de vrijwilligers van het Gents Actiecomitee voor het Leefmilieu.
Politiek en beleid
Nog in 1970 vaardigt Europa een eerste richtlijn uit met betrekking tot milieuverontreiniging die de uitstoot en geluidshinder van bepaalde motorvoertuigen vastlegt. Op een systematische en sectormatige ingreep is het wachten tot midden jaren 1970 en in België loopt de omzetting tot wetgeving vertraging op omwille van de staatshervormingen. Dat ook leefmilieu verstrikt raakt in het communautaire moeras, daar weet Marcel Van Miegroet alles van. Uit frustratie dat het nationale Bestuur van Water en Bossen eenzijdig aandacht geeft aan de bossen van Wallonië, zet hij zijn schouders onder de stichting van de Vlaamse Bosbouwvereniging (1970) en ijveren voor Vlaams bosbeleid. Zijn inspanningen daartoe zullen pas in 1990 bekroond worden met het Vlaams Bosdecreet. Leefmilieu wordt in 1980 een Vlaamse bevoegdheid en Jan Lenssens wordt na de eerste nationale (1974) ook de eerste Vlaamse staatssecretaris voor leefmilieu.
Een volgende generatie milieuwetenschappers
Zijn kabinet en dat van zijn opvolgers zullen beroep doen op Hubert Bocken van het Gentse seminarie voor Milieurecht (1988) om een coherent Vlaams milieurecht te schrijven. Een van de laatste publieke optredens van de eerste staatssecretaris voor Leefmilieu is het bijwonen van de uitreiking van een eredoctoraat in 1988 door het Interfacultair Centrum voor Milieusanering aan Paul Knapen, voorzitter van de Stichting Leefmilieu, opgericht in... 1970 en met bestuurslid... Jan Hublé. Datzelfde jaar geeft Stichting Leefmilieu De ogen van de panda uit. Een milieufilosofisch essay van Etienne Vermeersch voor wie naar eigen zeggen Jan Hublé de eerste en de meest overtuigende persoon was die hem aanzette te schrijven over de milieuproblematiek. Nog in 1988 zal de jonge partij Agalev uit het Laboratorium voor Bosbouw onderzoekster Vera Dua rekruteren om op de Gentse Agalev-lijst te staan. Ze is niet de eerste noch de laatste onderzoekster die de overstap maakt van het milieuonderzoek naar het milieubeleid of –politiek.
Na het pionierswerk van de eerste generatie milieuwetenschappers specialiseert en diversifieert het onderzoek naar milieu-, energie- en ecologische problematieken aan elke faculteit in aparte vak- en onderzoeksgroepen. Het thema zal in de jaren 1990 verruimen naar beleidsondersteunend onderzoek en duurzame ontwikkeling.
Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis
22 mei 2017
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. “1970 Europees Jaar voor Natuurbescherming.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 22.05.2017. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1970-europees-jaar-voor-natuurbescher....
Bibliografie
Feys, Torsten. 30 jaar Ovam: de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij in historisch perspectief. Gent: Academia Press, 2011.
Hermy, Martin, Geert De Blust, en Marc Slootmaekers. Natuurbeheer. Leuven: Davidsfonds, 2004.
Hublé, Jan. “Natuurbehoud, een taak voor de gemeenschap." Stero 5 (1970) 11-14.
Kuijken, Eckhart. “Een jaar na het afscheid: Prof. em. dr. Jan Hublé 20.08.1923-29.11.2009.” Nieuwsbrief van de Belgische Arachnologische Vereniging 25 (2010,2) 103-104.
Kuijken Eckhart. “Historiek van het natuurbehoud in Vlaanderen.” Groen Kontakt (1979, 4) 17-20.
Onghena, Sofie. “Professor, wat kunt u ons vertellen? Wetenschapsprogramma’s tijdens de pioniersjaren van de Vlaamse televisie, 1953 – ca. 1970.” Tijdschrift voor Geschiedenis 125 (2012, 2) 216-232.
“About the Club of Rome.” The Club of Rome. http://www.clubofrome.org/about-us/history. Geraadpleegd 22.05.2017.