1835 Belgische reorganisatie
Eerste organieke wet op het hoger onderwijs
Op 27 september 1835 wordt na een lange periode van verwarring en onzekerheid de eerste Belgische organieke wet op het hoger onderwijs goedgekeurd. Gent en Luik behouden hun rijksuniversiteit (men waagde het liever niet de oppositie van de orangistische Gentenaars nog te versterken) en Leuven werd opnieuw een vrije, katholieke universiteit. De Gentse universiteit krijgt haar vier oorspronkele faculteiten terug. De wet legt de basis voor een verregaande reorganisatie van het hoger onderwijs: ze zorgt voor een hervorming van het academische overheidsapparaat, een uitbreiding van de leerstof en de aanstelling van meer hoogleraren.
Universiteiten verliezen autonomie
De universiteiten verliezen door de reorganisatie een deel van hun autonomie. Ze worden onder een strikter toezicht geplaatst en krijgen welomlijnde studieprogramma's opgelegd. Het is de universiteiten niet langer toegestaan academische graden uit te reiken en studenten moeten hun examen afleggen voor een centrale jury. Met deze maatregelen wil de overheid de universiteitsdiploma’s gelijkschakelen maar in feite betekent de wet een stap terug voor het hoger onderwijs: de universiteit wordt een beroepsschool waar wetenschappelijke vorming ondergeschikt is aan maatschappelijke utilitariteit. Docenten zien zich genoodzaakt hun leerstof aan te passen aan de juryleden van de examencommissies. Die juryleden zijn benoemd door regering en parlement en rond hen hangt daarom steeds een zweem van politieke partijdigheid. Het katholieke overwicht resulteert effectief in een bevoordeling van professoren van de KULeuven. De regeling is nefast voor de motivatie van docenten en belangstelling van studenten voor academisch onderwijs.
Ook op bestuurlijk vlak versterkt de overheid haar macht op de universiteit. Het college van curatoren wordt afgeschaft en bevoegdheid wordt grotendeels overgeheveld naar een beheerder-inspecteur. Deze door de regering benoemde en goed betaalde ambtenaar waakt voortaan over de toepassing van de wet en de materiële eigendommen van de universiteit. De senatus academicus uit de Nederlandse tijd wordt vervagnen door een academieraad samengesteld uit de rector en het voltallige hooglerarenkorps. De regering benoemd voortaan de rector uit de door de academieraad aangestelde kandidaten.
Bij verdwijnen van het college van curatoren is het voortaan de regering die bij koninklijk besluit professoren benoemt. Het hooglerarenkorps breidt in 1835 aanzienlijk uit van 16 naar 32 professoren, waaronder Joseph Plateau en Jozef Guislain. Twee vooraanstaande geleerden die de faam van de Gentse universiteit tot ver buiten de landgrenzen zullen uitdragen.
Over de officiële taal van de universiteiten heeft niemand bezwaar: voortaan wordt er Frans geschreven, gesproken en gedoceerd.
Ingenieursscholen
In eenzelfde beweging wordt de voormalige School voor Kunsten en Ambachten officieel aan de faculteit Wetenschappen gehecht. De Ecole du Génie Civil of School voor Burgerlijk Bouwkunde telt drie Technische Scholen: Bruggen & Wegen, Kunsten & Fabriekswezen en Architectuur. Het eerste jaar van hun opleiding hebben de studenten van de faculteit en die van de Technische Scholen gemeenschappelijk. Nog in 1835 krijgt de Gentse universiteit het monopolie op de opleiding tot staatsingenieur. In 1858 verhuizen de Technische Scholen van het Sint-Agneetebeluik wegens plaatsgebrek naar de Voldersstraat. In de tweede helft van de negentiende eeuw bouwt de opleiding een wereldreputatie op dankzij de inzichten van de curriculumbouwers Charles Andries en Emmanuel Boudin.
Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
Laatst gewijzigd 5 juni 2015
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. "1835: Belgische reorganisatie: eerste organieke wet op het hoger onderwijs." UGentMemorie. Laatst gewijzigd op 05.06.2015. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1835-belgische-reorganisatie.
Bibliografie
Naar: Elienne Langendries en Anne-Marie Simon-Vandermeersch, 175 jaar Universiteit Gent – Ghent University 1817-1992, Gent: RUG, 1992.
Kluyskens, P. "De wet van 20 mei 1876. De universiteit kent voortaan zelf universitaire graden toe". In Hoofdmomenten uit de ontwikkeling van de Gentse Rijksuniversiteit (1817-1967), uitgegeven door Karel De Clerck en Theo Luykx. Gent: RUG, 1967.
Vandersteene, Liesbeth. De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de Universiteit Gent." Gent: Maatschappij der Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 2009, 39-43.