Vandepitte, Daniël (1922-2016)
Een bruggenbouwer, een man die voor stabiliteit zorgt. Zo kan Daniël Vandepitte in twee woorden omschreven worden, zowel in de letterlijke betekenis als in de overdrachtelijke zin. Een wetenschapper die de theorie in de praktijk omzet of het mooie aan ingenieur zijn. Maar ook een schipper die de Gentse universiteit door de woelige wateren loodst van de studentenrevoltes eind de jaren zestig van de vorige eeuw.
Opgroeien in West-Vlaanderen
Daniël Vandepitte wordt in 1922 geboren in het landelijke stadje Poperinge. Poperinge is samen met Veurne de enige Belgische stad die niet door de Duitsers wordt bezet tijdens de Eerste Wereldoorlog en komt vrij ongeschonden door deze periode. Vandepitte loopt er school tot het vierde middelbaar en trekt voor zijn twee laatste humaniorajaren naar het Koninklijk Atheneum van Kortrijk, waar hij de wetenschappelijke richting volgt. Het hoofdvak wiskunde wordt er onderwezen door een lerares die, mede ingegeven door haar Vlaamsgezindheid, de jonge Vandepitte ervan overtuigt de ingenieursstudies te Gent aan te vatten. De grote aantrekkingskracht van de ingenieursopleiding aan de Gentse universiteit is tegen het einde van de jaren ’30 sterk achteruit gegaan. Enerzijds door de economische crisis, anderzijds door de vernederlandsing van de instelling waardoor de buitenlanders er wegblijven. Tevens is de studieduur in 1934 verlengd van vier naar vijf jaar.
Aan de universiteit
In 1939 vat Daniël Vandepitte zijn universitaire studies aan. Het jaar nadien breekt de Tweede Wereldoorlog uit, maar de universiteit blijft functioneren. Vandepitte die een kamer huurt in Gent maar indien mogelijk tijdens de weekends naar huis in Poperinge spoort, voorziet zijn hospita van etenswaren die in het achterland nog vrij makkelijk te verkrijgen zijn. In 1944 behaalt hij het diploma van ingenieur in de burgerlijke bouwkunde. Het jaar nadien kan hij enkele maanden aan de slag als assistent bij professor Gustaaf Magnel in het laboratorium voor gewapend beton. Hij kan zijn theoretische kennis in praktijk omzetten als hij in 1946 tot ingenieur van Bruggen en Wegen benoemd wordt, eerst bij de Bijzondere Dienst van het Stroomgebied der Schelde te Gent, later bij de Dienst van de Ringvaart. Dit belet hem niet om in 1949 Master of Engineering aan de Amerikaanse Yale University te worden en in 1953 geaggregeerde van het hoger onderwijs in Gent.
Bruggen bouwen
De eerste officiële opdracht van Vandepitte is het heraanleggen van een aantal Gentse bruggen die tijdens de oorlogsjaren vernield werden, waaronder de Tolhuisbrug. Zijn meest zichtbare erfenis zijn echter de 19 wegbruggen en 6 spoorwegbruggen over de Gentse Ringvaart die hij ontwerpt en waarvan hij de bouw coördineert. Ze worden meermaals geprezen voor hun originaliteit. Voor de hangbrug in Merelbeke, de eerste hangbrug ter wereld met betonnen verstijvingsliggers die door de draagkabels voorbespannen zijn, ontvangt hij in 1956 de prijs Charles Lemaire van de Koninklijke Academie van België. In 2014 beslist de Merelbeekse gemeenteraad die brug de ‘Vandepittebrug’ te noemen.
Wanneer hij in 1960 docent wordt aan de in 1957 opgerichte faculteit der toegepaste wetenschappen, blijft hij voeling houden met het werkveld door zijn adviserende rol bij SECO. SECO is een controlebureau dat in 1934 door de professoren Magnel en François werd opgericht om toe te zien op de veiligheid van bouwkundige constructies. Gedurende 42 jaar brengt Vandepitte er een halve dag per week door.
Rector in een bewogen periode
Daniël Vandepitte volgt Jean-Jacques Bouckaert op als rector in 1969. De zware studentenprotesten van maart ’69 met de bezetting van het rectoraat en de Blandijnberg zijn in intensiteit afgenomen, maar het ongenoegen en de roep om democratisering van het hoger onderwijs blijft de gemoederen beroeren. In deze woelige periode wordt Vandepitte verkozen om de volgende vier jaar de universiteit te leiden. Door de wet Vermeylen-Dubois van 1971 kunnen vier studentenvertegenwoordigers in de Raad van Beheer van de universiteit verkozen worden. Uit ongenoegen met de geringe mate van participatie die ze hierdoor krijgen, worden deze verkiezingen geboycot. Bij de openingsspeech voor het academiejaar 1971 zegt toenmalig studentenleider Luc Van den Bossche dat hij liever bij het graf van de neokapitalistische universiteit had gestaan.
Vandepitte gaat er prat op dat hij in tegenstelling tot zijn voorganger nooit de politie of de rijkswacht heeft opgeroepen om de studentenprotesten onder controle te krijgen en steeds een bemiddelende rol heeft gespeeld, 'de kerk in het midden houdend'.
Magnum opus
Het boek ‘Berekening van constructies’, door ingenieurs wel eens de bijbel van de bouwkunde genoemd, is ongetwijfeld zijn belangrijkste theoretisch werk. Vandepitte heeft vijf jaar onverdroten geschreven aan het drie delen en 2100 bladzijden tellend leerboek, waarvan het eerste deel in 1979 verschijnt. Het is nog steeds een standaardwerk waaruit gedoceerd wordt. Waarschijnlijk zullen nog vele generaties ingenieursstudenten op die manier kennis maken met deze autoriteit in het gebied van stabiliteitsberekeningen van betonconstructies, bruggen en voorgespannen beton.
Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
27 juni 2016
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. "Vandepitte, Daniël (1922-1916)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 4.03.2019. http://ugentmemorie.be/personen/vandepitte-daniël-1922-2016.
Bibliografie
150 jaar ingenieursopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent (1835-1985): de faculteit van de Toegepaste Wetenschappen. Gent: Goff, 1986.
Carels, Sander. "De wereld in zakformaat. Buitenlandse studenten in de Gentse ingenieursopleiding tijdens het interbellum." Masterproef, Universiteit Gent, 2014.
"Interview met Daniël Vandepitte." Poutrix 4, nr. 1 (2009): 18-23.