Sanders, Gabriël (1923-1994)
Klassiek filoloog Gabriël Sanders was een uitzonderlijk toegewijd en nauwkeurig wetenschapper. Zowel zichzelf als zijn studenten probeerde hij altijd naar een hoger niveau te tillen. Sanders verdiende zijn sporen binnen de studie van de Latijnse taal en cultuur van de late oudheid en vroege middeleeuwen. Hij was vooral vernieuwend door zijn mentaliteitsgeschiedenis van de 'gewone' man, aan de hand van grafopschriften in het Latijn.
Primus
Gabriël Michel Sanders wordt geboren te Ichtegem op 20 oktober 1923. Hij volgt een indrukwekkend studieparcours. De Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Jozefscollege te Torhout en Klein Seminarie van Roeselare, beëindigt hij in 1943 als primus perpetuus en winnaar van de gouden medaille van de stad. Vervolgens behaalt hij, in het kader van de jezuïetenopleiding, het licentiaat in de thomistische wijsbegeerte te Leuven en de kandidaturen in de rechten en in de klassieke filologie aan de Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix te Namen. Van 1947 tot 1951 is hij leraar en studiemeester aan het Sint-Jozefscollege te Turnhout. Hij zet zijn studies in de klassieke filologie (licentie) verder aan de Rijksuniversiteit te Gent en beëindigt ze in 1957 met de grootste onderscheiding en de gelukwensen van de jury, én met de titel van laureaat van de stad Gent voor de beste student.
Activiteit aan de RUG
Na korte lesopdrachten in de rijksmiddelbare scholen van Nieuwpoort en Koekelare, wordt Sanders op 1 juli 1958 aan de toenmalige R.U.G. benoemd tot assistent bij het Seminarie Oude Geschiedenis van professor Pieter Lambrechts. Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd van de Belgische en de Italiaanse regering vervolmaakt hij zich middels studieverblijven in het buitenland (Perugia, Rome en Heidelberg). Zijn licentiaatsverhandeling over de Latijnse metrische grafschriften van het heidense Rome wordt bekroond (1959) en gepubliceerd (1960) door de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. In 1963 promoveert hij aan de R.U.G. tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, groep: klassieke filologie, met een monumentaal proefschrift over Licht en duisternis in de christelijke grafschriften. Bijdrage tot de studie der Latijnse metrische epigrafie van de vroegchristelijke tijd, hetzelfde jaar nog bekroond en in 1965 gepubliceerd door de Koninklijke Academie (2 boekdelen, in totaal meer dan 1100 bladzijden).
In 1963 wordt hij benoemd tot werkleider en in juli 1964 wordt hij geassocieerd docent aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Professor Lambrechts, die rector van de R.U.G. (1957-1961) en gecoöpteerd senator (1965-1968) is geweest, vindt in Gabriël Sanders een zeer gewaardeerd en competent medewerker, die hij mettertijd belast met diverse onderdelen van zijn eigen leeropdracht (historische kritiek, Griekse en Romeinse instellingen, Latijnse epigrafie, geschiedenis en cultuur van Byzantium). Het is ook op verzoek van Lambrechts dat Sanders zich verdienstelijk maakt voor de historiek van zijn Alma Mater, bijvoorbeeld in De Gand en Belgique une Université vous parle (1960) en 'De Rijksuniversiteit te Gent anderhalve eeuw jong', verschenen in Rijksuniversiteit Gent 1817-1967.
Het volkslatijn en middeleeuws Latijn
Na de dood van professor Paul Van de Woestijne in 1963 sturen de romanisten en historici aan op de creatie van twee leerstoelen Latijn in plaats van één. Naast een leerstoel klassiek Latijn zou een aparte leeropdracht voor het niet-klassiek Latijn worden open verklaard. Zijn vertrouwdheid met het volkslatijn (via de heidense en christelijke inscripties) en het middeleeuws Latijn (door zijn thomistisch-filosofische opleiding), gekoppeld aan zijn klassieke en historische vorming, maken Gabriël Sanders tot de geknipte kandidaat voor dit professoraat. Zo komt het dat Sanders op 1 augustus 1967 gewoon hoogleraar en titularis van de leerstoel Juridisch en Postklassiek Latijn is, een naam die vanaf oktober 1969 wijzigt naar Postklassiek en Middeleeuws Latijn. Tevens wordt hij directeur-diensthoofd van het Seminarie voor Postklassiek Latijn, later herdoopt tot Protoromaans en Postklassiek Latijn.
Sanders' leeropdracht omvat het volkslatijn en het ontstaan van de Romaanse talen, het oudchristelijk, laat en middeleeuws Latijn, vertaling van historische teksten uit het klassiek en middeleeuws Latijn, zelfs godsdienstgeschiedenis van de middeleeuwen. Na het overlijden van Pieter Lambrechts in 1974 komen daar nog de Latijnse epigrafie en de godsdienstgeschiedenis van de klassieke volkeren bij (buiten leerstoel). Vanaf datzelfde jaar maakt het Seminarie deel uit van de sectie Romaanse Filologie, omdat de verplichte vakken van Sanders’ leeropdracht hoofdzakelijk onder die opleiding ressorteren. Inmiddels is hij in 1972 ook benoemd tot corresponderend lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. In 1980 wordt hij werkend lid en in 1985 voorzitter van de Academie.
La Scuola Belga
Is het onderwijs van professor Sanders in hoge mate taalhistorisch en literair, zijn onderzoek blijft toch in hoofdzaak cultuurhistorisch gericht, met een voorliefde voor de overgang tussen de antieke mediterrane beschaving en de westerse middeleeuwen, het aevum inter utrumque (dus de late oudheid, het vroege christendom en het begin van de middeleeuwen) waarin zich zovele metabolismen voltrekken, niet in het minst op levensbeschouwelijk vlak. Zijn belangstelling daarvoor knoopt aan bij oudere tradities in de Gentse faculteit Letteren en Wijsbegeerte: Joseph Bidez, Franz Cumont, de Gentse mediëvistenschool. Maar Sanders brengt zelf een grote vernieuwing teweeg door zijn mentaliteitshistorische benadering van de Latijnse funeraire epigrafie. Hij vergelijkt als eerste systematisch de massa heidense en christelijke grafschriften - als 'niet-elitaire bronnen', maar zonder de parallellen uit de 'hogere literatuur' uit het oog te verliezen - en toont aan hoezeer de grote veranderingen in de visie op het leven, de dood en het hiernamaals daarin weerspiegeld worden.
Zijn omvangrijk wetenschappelijk oeuvre getuigt van een onvolprezen Gründlichkeit (met steeds een indrukwekkend voetnotenapparaat, naar Duits model). Maar tegelijkertijd hanteert hij, zowel in zijn voordrachten als in zijn geschriften, een bijzondere rijke, onnavolgbare taal: Sanders is inderdaad een echte woordkunstenaar, in zijn moedertaal, maar ook in het Frans en zelfs in het Italiaans (de Italiaanse epigrafisten spraken overigens van 'La Scuola Belga', doelend op de studie van de grafschriften zoals die in Gent werd beoefend).
Bekroningen
De geëngageerde Vlaming die Sanders is, beweegt zich zeer graag op het nationale en internationale wetenschappelijke forum, waar hij voortdurend wordt uitgenodigd op colloquia en congressen. In België zetelt hij in de Raad van bestuur van diverse wetenschappelijke organismen, waaronder de Academia Belgica in Rome, het Centre Belge d’Étude de la Latinité Médiévale, de Universitaire Stichting en de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting, waarvan hij voorzitter wordt in 1978. Hij is tevens 'membre adhérent' van de Société des Bollandistes en diverse internationale instellingen.
Zijn carrière wordt bekroond met twee prestigieuze eredoctoraten: op 19 mei 1988 aan de Universiteit van Bologna (n.a.v. het 900-jarig bestaan van deze instelling) en op 26 oktober 1989 aan de Universiteit van Montpellier, die dan 700 jaar bestaat (hij werd bij die gelegenheid ook ereburger van de stad Montpellier). Wanneer hem dit tweede doctoraat honoris causa wordt verleend, is hij al enkele maanden met emeritaat, nl. sinds 1 oktober 1989. Ook nadien komt hij nog quasi dagelijks naar de faculteit om wetenschappelijk werk te doen. Hij overlijdt in het Universitair Ziekenhuis van Gent op 18 januari 1994.
Perfectionist
Gabriël Sanders is een van de eminentste hoogleraren van zijn faculteit. Deze harde werker huldigt een verheven en rigoreuze opvatting van zijn ambt, waarvan de allereerste taak in zijn ogen bestaat in gedegen wetenschap. Scrupuleus en perfectionist in alles, is hij veeleisend voor zichzelf, voor zijn medewerkers en voor de studenten (een universitaire graad moest voor hem echt verdiend zijn), nooit oppervlakkig, wars van elke vorm van populisme, correct, zelfs wat afstandelijk, maar ook zeer humaan voor wie zijn vertrouwen kon winnen, kortom een echte magister in de beste der tradities. Hij komt steeds voor zijn mening uit.
Onwellevendheid of gebrek aan respect verdraagt hij absoluut niet. Gemakkelijkheidsoplossingen zijn aan hem niet besteed, en bepaalde evoluties in die zin ziet hij met lede ogen aan. Hij zou zich ongetwijfeld in de 'klant-is-koning-mentaliteit' van de huidige universiteit niet meer thuis voelen. In die zin is hij, zoals velen van zijn generatie, een 'gedateerd' figuur.
Marc Van Uytfanghe
Vakgroep Taalkunde UGent
25 oktober 2013
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Van Uytfanghe, Marc. "Sanders, Gabriël (1923-1994)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 01.04.2015. www.ugentmemorie.be/personen/sanders-gabriel-1923-1994
Bibliografie
Donati, A., D. Pikhaus en M. Van Uytfanghe. "Gabriel Sanders, Lapides memores. Païens et chrétiens face à la mort : le témoignage de l’épigraphie funéraire latine." Epigrafia e Antichità 11 (1991): 9-12.
Reekmans, T. "In Memoriam Gabriël M. Sanders (20 oktober 1923 – 18 januari 1994)." In Jaarboek Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, 1993-1996: 149-158. Brussel: Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België.
Susini, G. "Gabriel Sanders." Epigraphica, 55 (1993): 175-178.
Van Uytfanghe, Marc. "Aevum inter utrumque. Mélanges offerts à Gabriel Sanders, professeur émérite à l’Université de Gand, publiés par Marc Van Uytfanghe et Roland Demeulenaere." Instrumenta Patristica, 23 (1991): VII-XV.